La Dolce Vita met Valerio Zeno
'Ik zou niet zomaar iets aantrekken als ik het zelf niks vind.'
Een imposant gebouw in een prachtige omgeving met een rijke geschiedenis, Valerio is al net zo onder de indruk van de locatie als ik.
“Ik kende de plek al wel van tv, maar ben hier zelf nooit eerder geweest. Ik wist altijd wel: vroeg of laat ga ik nog eens naar Radio Kootwijk voor mijn werk, en nu ben ik er. Echt heel vet. Je staat er toch even vreemd naar te kijken. Ben ik nou in een geheime, Duitse bunker of is het een filmset? Het is een wat spookachtig gebouw en tegelijk heel mooi. Ik zag net de foto's van de directiewoningen die rondom het zendstation stonden. Je verbaast je erover hoe spic en span de mensen hier in die tijd woonden.” Op de shoot zelf kijkt h? ook met plezier terug. Ja, Valerio was best wel kritisch op de kleding die de stylistes van Valk Magazine voor de fotosessie hadden geselecteerd. Maar gelukkig bleek het merendeel daarvan uitstekend te matchen met zijn eigen smaak. Belangrijk, vindt Valerio. “Ik zou niet zomaar iets aantrekken als ik het zelf niks vind. Ik weet goed wat ik wil dus de kleding moet wel bij m’n eigen stijl passen.”
Je hebt een Italiaanse vader. Heb je dat modebewustzijn van hem?
“Ik denk dat ik het van allebei mijn ouders wel heb meegekregen. Mijn vader is op een positieve manier wel een macho, een uitslovertje, zo'n typisch klein Italiaans mannetje dat houdt van mooie dingen. Maar mijn moeder was ook wel voortdurend met kleding bezig. Zij is erg van de kleuren en daar ben ik ook niet bang voor. Mijn vader trouwens evenmin. Ik zal er het kwadraat van beiden in zijn. Laat ik het zo zeggen: er was voor mij geen ontkomen aan.”
'Ik vind dankbaar een verschrikkelijk woord, maar dat is wel wat ik ben voor wat het leven me allemaal al heeft gebracht.'
Moest je altijd op-en-top voor de dag komen? Had je nooit eens een pyjamadag of ging je niet in een joggingbroek naar buiten?
“Nee. Ik herinner me nog dat ik in groep acht graag een Australian-trainingspak wilde. Het was die gabberperiode, hè. Na heel lang zeuren mocht het, maar het was absoluut niet de bedoeling dat ik daarin ook naar school ging.”
Als je eraan terug denkt helemaal terecht vind ik! Echt ongelofelijk he, dat dat toen mode was!
“Ik vind het met terugwerkende kracht ook terecht, maar toen vond ik het heel erg jammer.”
Wat is er nog meer Italiaans aan jou? Herken je het terug in je karakter, je charme, in je liefde voor lekker eten?
“Nou, in temperament ben ik ook weer een mix van mijn ouders. Mijn moeder is heel principieel, voor mijn vader is het al heel gauw goed zoals het gaat. Ik bewandel de gulden middenweg. Eten vind ik uiteraard heel leuk, maar dan alleen uit eten. Het is niet zo dat ik voor mezelf een enorme berg pasta met alles erop en eraan op tafel zet. Ik ben niet zo'n kok. Helemaal níet. Ik sla de maaltijd thuis liever over.”
Maar je moet toch eten?!
“Tja, het zal ermee te maken hebben dat we in Almere pas laat aten, doordat mijn vaders kapperszaak in Amsterdam pas om zes uur 's avonds sloot en hij dan nog in de file naar huis moest. We aten samen dus moesten we wachten met eten totdat hij thuis was. Andere kinderen waren alweer op straat aan het spelen terwijl wij nog niet klaar waren. Ik wilde altijd dat we opschoten, want ik moést naar buiten. Iets soortgelijks heb ik nu nog. Je bent met iets anders bezig, dus eten? Geen zin in.”
Vandaar dat de cake tijdens de shoot wel smaakte, hij stond er al!
“Maar die cake was dan ook heel lekker, ik houd wel van zoet. En hij riep me, dus ik moest wel!”
Om nog even door te gaat op je Italiaanse roots: wat betekent La Dolce Vita voor jou?
“Dat je op alle vlakken kunt doen waar je zin in hebt. Uit eten gaan, de spullen kopen waarnaar je verlangt, eropuit met vrienden. Kortom, vrijheid!”
Je hebt veel tv-programma's gepresenteerd waarin je ook de moeilijke kanten van het bestaand hebt leren kennen. Wat heeft dat met je gedaan?
“Als je zes jaar lang Je zal het maar hebben hebt gemaakt, ga je de kleine dingen van het leven wel waarderen. Je beseft ook hoe bijzonder het is dat je zelf kunt gaan en staan waar je wil, waar anderen in een rolstoel echt de trap van een club niet af kunnen, of uren moeten wachten tot ze met een speciaal busje van huis worden opgehaald. Jeetje, denk je dan steeds, wat heb ik het eigenlijk goed.
Waren het confronterende ontmoetingen voor je?
“Nee, ik kon er bij opnames altijd onbevangen in stappen. Jongeren met een ziekte of een aandoening wisten waarvoor ik kwam. En ik mocht ze alles over hun situatie vragen. Sterker nog ze wílden juist niet met handschoentjes aangepakt worden. Bij een programma als Over mijn lijk was het ook nog eens een fijne gedachte dat je de nabestaanden een mooi kon portret kon geven.”
Ben je er zelf angstiger door geworden? Pech en ongeluk schuilen toch in kleine hoekjes?
“Nee, maar dat komt waarschijnlijk doordat ik geen kinderen heb. Ik vind dat ik tot dusver een topleven heb gehad en ik zou er geen moeite mee hebben als dat nu klaar zou zijn. Niet dat ik dat zou willen natuurlijk! Ik vind DANKBAAR een verschrikkelijk woord, maar dat is wel wat ik ben voor wat het leven me allemaal al heeft gebracht. Ik teken ervoor.”
Je haalt eruit wat erin zit.
“Nou, ik lig ook weleens hele dagen in bed hoor. Het is niet zo dat ik iedere dag denk dat ik moet gaan bungeejumpen of per se op reis moet naar Sydney. Ik ben gewoon superblij met wat ik allemaal heb gedaan en meegemaakt.”
Heb jij mensen in je werk of in je privéleven die je ten voorbeeld stelt?
“Martin Garrix is wel iemand naar wie ik met bewondering kan kijken. Ik was bij hem thuis op de avond dat hij voor het eerst op Sensation zou gaan draaien. Zat ie nog op z'n gemak met zijn vrienden op de Playstation te gamen, zonder zich ook maar een moment zenuwachtig te maken over dat optreden. Zó onbevangen. Hij schudt de hits ook uit zijn mouw, hè. Het is een muzikaal genie bij wie de inspiratiebronnen nooit opdrogen.”
Je bent zelf al tien jaar DJ. Wat haal jij er voor jezelf uit?
“Ik doe het nog steeds met zo veel plezier dat ik het bij wijze van spreken ook voor een boekenbon zou doen. Maar ik ben nu 35 jaar. Over maximaal twee jaar wil ik er toch wel mee stoppen. Er zit een bepaalde houdbaarheidsdatum aan draaien als je zelf geen muziek produceert, vind ik.”
Wat gaat de toekomst dan brengen? Terug op tv?
“Ja, voor mij is dat het leukste dat er is. Dat wil ik wel tot het einde der tijden blijven doen. Na deze zomer ga ik daar weer een beetje werk van maken.”
Ziet jouw familie je in Italië je ook nog deze zomer?
“Toen ik jong was, gingen we elke vakantie naar Napels en dan voor lange tijd. Maar het Engels van de Zeno's is slecht, zoals mijn Italiaans omgekeerd ook slecht is. Ik kan vragen waar de dichtstbij zijnde apotheek is, maar veel verder dan wat huis-, tuin- en keuken-Italiaans kom ik ook niet. Rond mijn zeventiende ging ik niet meer elke zomer mee. Dan vind je Chersonissos in Griekenland ook veel mooier dan Napels, toch? Pas als je ouder wordt, ga je zo'n stad waarderen.”
Over familie gesproken: als je met een Van der Valk trouwt krijg je er meteen ook een grote familie bij. Geldt dat ook als je met een Zeno trouwt?
“Mijn vader heeft drie broers en een zus, dus onze familie is een stuk overzichtelijker dan die van jullie. Bij de Van der Valks zie ik altijd die matroesjka-poppetjes voor me. Denk je bij de laatste te zijn aangekomen, haal je er wéér een tevoorschijn.”
Ha, mijn man zou dit onderschrijven. Hij komt uit een kleine familie en wist niet wat hem overkwam toen hij mij ontmoette.
Is er trouwens al een aanstande mevrouw Zeno in beeld?
“Nou, ik heb wel iemand leren kennen, ja...”
Wat moet je meebrengen als je met Valerio Zeno verder door het leven wil?
“Ik hoor soms van vrienden dat ik hard kan overkomen en goed weet wat ik wil. Dus wel leuk als ze een beetje tegengas kan geven en niet op alles ja en amen zegt. Dat lijkt me wel heel saai. En ze moet mijn grapjes natuurlijk leuk vinden. Dat is eigenlijk wel het belangrijkste, haha!”