O, Louis
Schrijver, voetbalanalist en tv-maker Hugo Borst ligt al járen overhoop met Louis van Gaal, terwijl ze toch ooit behoorlijk goeie vrienden waren. Met zijn prachtboek O, Louis gooit Hugo hun ruzie op straat. In bijna 400 pagina’s fileert hij het onhebbelijke, megalomane karakter van de huidige bondscoach, maar wil hij tevens eer bewijzen aan een man die hem ondanks alles ook heel na aan het hart ligt.
Tekst: Wim de Jong, Fotografie: Sophia van den Hoek Photography
O, Louis (uitgeverij Voetbal International, € 19,95) is een heerlijke tirade en dus tegelijk een liefdesverklaring van de ene driftkikker richting die - heel koppige - andere. Goed zal het hoogstwaarschijnlijk nooit meer komen tussen hen beiden. Hugo wil eerst excuses van de huidige bondscoach omdat deze hem ooit valselijk heeft beschuldigd van het verklappen van diens geheime telefoonnummer. Maar Van Gaal blijkt er, althans in het boek van Borst, totaal de man niet naar om zo’n stap te willen en te kunnen zetten.
In O, Louis sommeert en smeekt Hugo zijn voormalige vriend om dat alsnog te doen, maar dat doet hij dus wél met getrokken zwaard. We spreken hem dit voorjaar in het Rotterdams koffiehuis Hopper, even nadat O, Louis is verschenen en ex-vriend Louis van Gaal het boek dus al kan hebben gelezen.
En? Heeft Louis gereageerd?
“Die heeft nog niet van zich laten horen, natuurlijk. Jammer genoeg niet.”
Zijn vrouw Truus dan?
“Nee, die ook niet, zelfs via-via niet. Of ze gunnen mij de publiciteit niet, of Truus is het eens met wat er in het boek staat. Maar dat is ook pijnlijk om publiekelijk toe te geven. Maar ik denk dat er uiteindelijk wel een reactie van hun kant zal komen. Louis zal zeggen dat ie van anderen heeft gehoord dat het beeld wat ik van hem schets niet klopt. Want, tja, iedereen praat hem naar de mond, angstig als ze voor hem zijn.”
Die excuses aan jou komen dus gewoon nooit?
“Welnee! Maar daar zit ik ook allang niet meer op te wachten, hoor. Het houdt me niet meer zo bezig. Hoewel, ik heb vannacht dus nog wel over hem gedroomd: hij was wóedend op me om wat ik over hem geschreven heb.”
Jouw boek is één lange zoektocht naar het mysterie Louis van Gaal. Je bewondert hem en verafschuwt hem tegelijk.
“Ja. Net als vrijwel iedereen vind ik hem een fantastische trainer, zowel in tactisch als in psychologisch opzicht. Hoe die man jonge spelers individueel en als collectief beter kan maken, dat doet niemand hem na. Kees Jansma, de persvoorlichter van Oranje, heeft weleens gezegd dat hij geen coach kent die zo fenomenaal is als Louis. Kevin Strootman denkt er net zo over. En ook iemand als Johan Derksen, een van Van Gaals grootste criticasters, vindt hem wat dat betreft geweldig. Maar in de voetbalwereld en ver daarbuiten roept Louis tegelijkertijd dus ook enorm veel weerzin op. Hij gedraagt zich als een hork. Tegenover Truus, zijn echtgenote, in zijn contacten met de media en tegenover iedereen die het waagt om er een andere mening dan de zijne op na te houden. En bijvoorbeeld tegenover iemand als Wesley Sneijder. Asociaal hoe hij die speler nu behandelt.”
Leg uit.
“Eind mei moet de WK-selectie voor Brazilië bekend zijn en dan zal blijken of Sneijder erbij zit. Maar wat eraan vooraf is gegaan, tussen die twee... pfff. Louis heeft hem in het openbaar vernederd. Hij is een strenge vader voor zijn spelers, maar daarin kun je ook te ver gaan en dat is bij Sneijder het geval. Hij heeft ‘m billenboek gegeven, met de vlakke hand, met zijn broek naar beneden - en Van Gaal is daarbij niet gestopt bij tien keer.”
Diezelfde boze, autoritaire Van Gaal krijgen sportjournalisten ook steevast van ‘m te zien, lezen we in O, Louis.
“Van Gaal stelt zich op het standpunt dat journalisten geen mening mogen hebben, maar als doorgeefluik voor zijn verhaal moeten fungeren. Dat is Noord-Korea! Sommige journalisten, zoals de Derksens en de Borstjes, komen daartegen in het geweer, want ben je nou helemaal belazerd: ik loop ook al 25 jaar in het voetbal mee en ik heb er óók een opvatting over. Misschien is die niet zo briljant als die van Van Gaal, maar daarom hoef ik me zijn dedain nog niet te laten welgevallen. Op een paar collega’s na neemt hij jegens iedereen van de pers zo’n houding aan. Je wordt standaard onbeschoft door ‘m behandeld. Het komt er bij hem uit als gloeiende lava. Die man is een borrelende vulkaan.”
Kom op, de meeste trainers zijn toch macho’s?
“Zoals Louis is er geeneen. Het is een heel bijzonder iemand. Zo iemand als hij wordt maar eens in de honderd jaar geboren. Uli Hoenness noemde hem ooit “de vader van God” en dat is wel een treffende uitspraak, vind ik. Zo ongeveer ziet Louis zichzelf immers ook.”
Er zijn ook genoeg mensen die hem komisch vinden, of die zijn onbehouwen gedrag ten minste vergoelijken.
“Ja, in O, Louis zegt Theo Maassen tegen me: ‘Joh, niet zo flauw doen, nou hebben we een topcoach voor Oranje en dan moet ie óók nog een perfect mens zijn?’ Maassen vindt dat onredelijk, hij heeft wel compassie met Louis. Leuk om te horen, want dat heb ik deep down ook wel. Omdat ik zie dat zijn negatieve gedrag sterker is dan hemzelf. Dat kan ik best begrijpen. Ik ben zelf ook iemand die nogal drijft op zijn emoties en ook ik kan soms mijn woede niet de baas. Uiteindelijk zijn er wel overeenkomsten tussen Van Gaal en mij, al kan ik in tegenstelling tot hem wél de grootheid opbrengen om iemand excuses aan te bieden als ik fouten maak.”
In de journalistiek is het heel gebruikelijk om sporters en trainers te verheerlijken, maar ronduit de pest aan ze hebben en dat ook opschrijven - dat zie je toch niet heel vaak.
“Terwijl er in Nederland toch alle aanleiding toe is. Je wordt in dit land namelijk wel ernstig met je neus op de feiten gedrukt: onze Eredivisie is waardeloos, bagger, brandhout, het niveau is zó slecht. Alle goeie jonge spelers worden weggekocht, en de enigen die echt profiteren zijn die louche types die zich spelersmakelaars noemen. Er vloeien werkelijk miljóenen naar zulke mannetjes en als liefhebber op de tribune heb je in alle opzichten het nakijken. Degenen die ik aanmoedig bij Sparta, zijn daar over een of maximaal twee jaar allang met hun zakken gevuld weer weg. Nee, de liefde voor het voetbal is steeds moeilijker op te brengen.”
Jouw steen des aanstoots Louis van Gaal brengt Oranje binnenkort naar het WK, wat mogen we daar van hem verwachten?
“Als iemand daar iets voor elkaar kan krijgen, dan is het Louis. Maar dat is maar een heel dunne strohalm om je als Oranjefan aan vast te houden. Zelf gelooft hij dat er iets bijzonders voor Nederland kan gebeuren op het toernooi, maar het is en blijft toch wel heel onwaarschijnlijk. We zitten in de poule met Spanje en Chili, dat zijn de grootmachten, en als we daarin tweede worden, moeten we het onmiddellijk opnemen tegen Brazilië. Dan zijn we eveneens kansloos. Ik heb dat team al een keer tegen Spanje aan het werk gezien, en dat maakte zó’n fitte indruk - die jongens beginnen, om het zo maar uit te drukken, medisch zwáár geprepareerd aan het WK. Die mógen niet verliezen.”
Je bent gedurende het hele toernooi analyticus bij Studio Sport, Johan Derksen is dan je directe tegenstrever bij RTL. Wie gaat Van Gaal het stevigst aanpakken?
“Johan is, net als Van Gaal, een fenomeen. Bikkelhard en heel vilein. En aan zijn voetbalkennis kan niemand in binnen en buitenland tippen. Hij schudt het ook allemaal zo uit z’n mouw. Samen met René van der Gijp zal hij daarnaast garant staan voor een hoop jolijt. Van Henri Schut en mij krijg je bij Studio Sport de wat genuanceerdere analyses. De kijker mag uitmaken bij welke aanpak hij zich het best thuis voelt.”
Dit artikel is afkomstig uit Van der Valk Magazine | WK 2014, gratis te verkrijgen bij de meeste Van der Valk Hotels & Restaurants - Meer over de fotografe: bekijk www.sophiavandenhoek.com